Je zit tegenover me in de trein
Zachtjes begin je te slapen
Je ogen vallen langzaam dicht
Je toestand verkeert nu in slapen
Wat zou ik graag je vriend willen zijn
Ik wil de hele avond met je praten
Samen flessen wijn leegdrinken
Ik wil vannacht met je vrijen
Met z’n tweeën naar het geluk zinken
Wil je me nooit verlaten
Het zijn beelden die ik niet denken mag
Ik weet dat ik je nooit zal krijgen
Je zult nooit met me meegaan
Ik kan nu beter zwijgen
Gun me alsjeblieft je lieve lach